Need
Veerkracht en lef
Veerkracht en lef
De ontwikkeling van verantwoord voedsel voor de wereldbevolking: daar komen we bij Royal HZPC Group B.V. elke dag ons bed voor uit. We willen anderen inspireren en uitdagen om met ons mee te doen. De vraag naar goed en voldoende voedsel wordt steeds dringender. Met de aardappel hebben we een antwoord in handen. Dat vraagt om veerkracht en lef van ons en onze partners. In 2023-2024 werd daar een flink beroep op gedaan.
Het voorjaar van 2023 was uitzonderlijk nat, waardoor veel telers in Noordwest-Europa pas in mei konden poten. Het bleef eerst koud en nat, maar daarna volgden heel warme en droge maanden. Door het gebrek aan regen, zetten de aardappelplanten weinig knollen. Het gevolg: een lage opbrengst en opvallend veel bovenmaten. Bovendien werd er meer pootgoed afgekeurd.
Begin 2023 zagen we een ander opvallend fenomeen: de fritesindustrie verhoogde de contractprijzen voor consumptieaardappelen met een duizelingwekkende 40%. Een historische zet met een direct effect op het areaal pootgoed. Bij telers die consumptie- en pootaardappelen naast elkaar telen, leidde het tot verschuivingen ten koste van het pootgoedareaal. Een logische keuze: een goede prijs voor consumptieaardappelen was gegarandeerd en ze liepen minder risico. Daardoor nam het pootgoedareaal in Noordwest-Europa en met name Frankrijk en Nederland verder af.
Een kleiner areaal, meer afkeuringen en een lagere opbrengst: in één klap ontstond er een flink tekort. Het schudde fritesfabrikanten wakker: want om aan de vraag naar consumptieaardappelen te voldoen, is er immers ook voldoende pootgoed nodig. Dit bijzondere oogstjaar deed een beroep op onze veerkracht, maar ook op die van klanten en zelfs overheden. Samen verlegden we grenzen. Ze lieten de veelal strikte eisen voor pootgoedmaten varen. Uit noodzaak, maar ook uit begrip voor de bijzondere situatie. We konden de verkoopprijzen flink verhogen en dat leidde tot een veel betere uitbetaling aan onze telers. In de diverse productielanden was de prijs 30 - 40% hoger dan vorig jaar.
Het gebrek aan volume hakte er zeker in, maar toch realiseerde we een volume (verkopen en licentie) in 2023-2024 van 940,963 ton en daarmee wisten we ondanks minder opbrengsten in het veld bijna het volume van 2022-2023 te halen (in 2022- 2023 verkochten (verkopen en licentie) we 944.293 ton). 2023-2024 was dus minder dan we hadden voorzien, maar nog steeds een resultaat waar we trots op zijn. In 2023-2024 leverden we aan 96 landen met directe en indirecte verkoop.
Onze aardappelen naar plekken brengen waar veel mensen wonen, daar zetten we meer en meer op in. Alleen dan kunnen we een wezenlijke bijdrage leveren aan de wereldvoedselvoorziening. Groei stelt ons in staat om te investeren in de toekomst. De aardappel is, na rijst en tarwe, een belangrijk en gezond gewas dat over de hele wereld wordt verwerkt in gerechten. Waar we geen aardappelen naartoe mogen of kunnen brengen, maken we onze genetica beschikbaar onder licentieteelt. Op dat vlak zetten we op verschillende continenten flinke stappen. En met een mondiaal marktaandeel van 4% in pootgoed blijft er nog steeds een wereld te winnen.
We zien het positieve resultaat van onze joint-venture Mahindra HZPC in India doorzetten in 2023-2024, tien jaar nadat we daar van start gingen. In dat land hebben we een koppositie verworven, mede dankzij de rechtstreekse contracten die STET afsloot met de Indiase aardappelindustrie. De Indiase pootaardappelbedrijven krijgen ook steeds meer belangstelling voor onze rassen. Een mooi voorbeeld is ons ras Colomba: in de korte Indiase groeiseizoenen levert het ras een goede opbrengst. In China krijgen we steeds meer voet aan wal op de versmarkt. De keuze om in Amerika vanaf 2017 in te zetten op licentieteelt, legt ons ook geen windeieren. We liggen op koers richting 100.000 ton volgend jaar. In 2017 was dat nog slechts 40.000 ton. We verstevigen bovendien onze positie in Afrika. Daar leveren we rechtstreeks pootgoed in het noorden. In het zuiden worden onze rassen onder licentie geteeld. En in het westen van Afrika en Tanzania zetten we de nodige stappen.
Royal HZPC Group B.V. levert bewust pootgoed in conflictgebieden. Daar gaan risico’s mee gepaard. In het najaar van 2022 heeft Royal HZPC Group B.V. in Sudan geleverd. Inmiddels is daar de oorlog losgebarsten en kent het land problemen met de betalingssystemen. Hoewel we inmiddels gestopt zijn met rechtstreekse leveringen aan Syrië, hebben we ook daar in 2022 nog pootgoed geleverd. Op een aantal betalingen hebben we in dit boekjaar een voorziening moeten treffen omdat de betaling nog onzeker is.
Bijzonder hoogleraar zaaizaadsystemen en agrobiodiversiteit en onderzoeker voor de Andesregio bij CIP
Hoog in het Andesgebergte in Peru, in het centrum van de oorsprong van de aardappel, houden honderden boerenfamilies traditionele landrassen en daarmee de biodiversiteit in stand. Belangrijk werk, waar ze lange tijd nauwelijks erkenning of compensatie voor kregen. Inmiddels is dat veranderd. HZPC en het internationaal aardappelcentrum (CIP) werken direct samen met deze boeren in VERENIGING AGUAPAN. In 2024 viert de vereniging het tienjarig bestaan. Stef de Haan is vanuit het CIP betrokken bij AGUAPAN.
Boerenfamilies houden als ‘guardians’ wel zo’n vijftig tot driehonderd oude aardappelrassen in stand. Hun werk is van ongekende waarde. Tegelijkertijd leven ze in armoede en hebben ze beperkt toegang tot zorg en onderwijs. Dit is een opvallende tegenstelling. Door de samenwerking met AGUAPAN bewaren we samen de genetische rijkdom en verbeteren we gelijktijdig het welzijn van de boeren.
Tot aan de jaren negentig was er weinig oog voor wat de boeren betekenen voor het behoud van biodiversiteit. Laat staan dat ze er erkenning voor kregen. In 2001 maakte de ‘farmer rights’ clausule in een speciaal verdrag voor landbouwgewassen daar een einde aan: voortaan kregen de boeren een financiële compensatie. De intenties van de politiek waren goed, maar de afstand tussen het bedrijfsleven en de boeren bleek te groot.
Stef de Haan: ''In 2014 probeerde ik een brug te slaan tussen de privésector in Nederland en de boeren in de hooglanden van Peru. Zodat geld vanuit de sector direct bij hen terechtkwam. HZPC deed toen als enige bedrijf mee. Tijdens een eerste bijeenkomst met vijftig boeren zag AGUAPAN het levenslicht ''.
HZPC levert een financiële bijdrage aan zo’n vijftig families. Ze bepalen zelf wat ze met het geld doen: ze kopen bijvoorbeeld mest of huren arbeiders in. Of ze gebruiken het geld voor onderwijs voor hun kinderen. Je kunt het beschouwen als een ‘payment for environmental services’, net zoals imkers krijgen. Inmiddels is er een wachtlijst en heeft de stichting nationale en internationale bekendheid gekregen. De stichting staat model voor andere landen en gewassen van oorsprong, zoals quinoa en cacao.
Stef de Haan: '' We noemen deze boeren ‘guardians of custodians’. De aardappel is in Peru als wijn in Spanje of kaas in Frankrijk. Je kunt het beschouwen als cultureel erfgoed. De boeren voelen een diepe verbondenheid met de rassen die ze verbouwen. Elk gebied heeft ook weer zijn eigen rassen. In 2021 bracht ik met genetische merkers de rassen in twee regio’s in kaart. Daar hielden dertien boeren maar liefst duizend landrassen in stand. Daarvan zaten 88 unieke rassen nog niet in onze genenbank. Terwijl lang werd gedacht dat we inmiddels alle oude rassen wel in kaart hadden gebracht ''.
Waar in de rest van de wereld de biodiversiteit verdwijnt, houden de Peruaanse boeren die juist in stand
De boeren werken nog op dezelfde manier als eeuwen geleden met minimale impact op het milieu. Waar in de rest van de wereld de biodiversiteit verdwijnt, houden de Peruaanse boeren die juist in stand. De evolutie van deze oude rassen gaat door en daardoor blijven we nieuwe dingen ontdekken. Onderzoekers grijpen terug op deze rassen in hun zoektocht naar nieuwe eigenschappen voor de aardappel. Ook als het om duurzaamheidseigenschappen gaat.
In een overeenkomst is afgesproken dat het CIP de rassen mag opnemen in de genenbank. Zo worden de rassen veiliggesteld voor de voedselzekerheid en toekomstige generaties. Mocht een boer een ras toch kwijtraken, dan stuurt het CIP het materiaal terug naar de boer. Het is een bijzondere samenwerking. CIP verzamelde lange tijd zoveel mogelijk genen waar veredelaars gebruik van konden maken. Onder boeren ontstond een diepgeworteld gevoel van uitbuiting. Je kunt het gerust historisch noemen dat we nu met elkaar samenwerken om biodiversiteit en kennis te behouden. En dat de boeren daarvoor de erkenning krijgen.
Software voor digital-first corporate reporting
Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.