Breed
Krachtige rasmachine voor de toekomst
Krachtige rasmachine voor de toekomst
We moeten naar een veel duurzamere aardappelteelt. Met minder water, minder gebruik van chemicaliën en minder kunstmest en met een stabiele opbrengst. Daar werken we dagelijks aan in ons R&D centrum in Metslawier. We ontwikkelen rassen die optimaal presteren, zelfs onder uitdagende omstandigheden. Het doel? Een klimaatadaptieve, efficiënte en stabiele aardappelteelt. Veredeling blijft een kwestie van aantallen, waarin je zo vroeg mogelijk de juiste eigenschappen betrouwbaar wilt meten. Dit maakt het mogelijk om het veredelingsvolume te verzadigen op duurzaamheidskenmerken en die klonen of testhybriden in hun doelmarkten en klimaten op economische opbrengst te beproeven. Waarmee we een belangrijke bijdrage blijven leveren aan de voedselzekerheid voor een groeiende wereldbevolking .
De afgelopen vijftien jaar heeft Royal HZPC Group B.V. flink gebouwd aan de ontwikkeling en vooral implementatie van methoden die de rasontwikkeling gerichter en sneller maken. In 2030 moet driekwart van onze rassen die we introduceren, resistent zijn tegen de twee belangrijkste aardappelziekten, phytophthora- en virusresistentie. Er staat nu een krachtige machine die helpt nieuwe aardappelrassen met veel betere kwaliteiten voor de toekomst te ontwikkelen. Met geavanceerde merkergestuurde veredeling en datamodellen kunnen we dat omvangrijker en tegelijkertijd veel doelgerichter. De eerste klimaatrobuuste rassen zijn inmiddels commercieel, zoals de Quintera en Camelia. Andere robuuste rassen worden geïntroduceerd. Waar het pootgoedareaal nieuwe aardappelrassen in 2022-2023 nog 200 hectare was, zetten we in op 3500 hectare over vier jaar.
De nieuwe aardappelrassen hebben stuk voor stuk resistentiepakketten waar telers en klanten op zitten te wachten. Met minder input, zorgen deze rassen voor een zo optimaal mogelijke opbrengst, ook onder lastige omstandigheden. Daarbij leggen we de lat hoog. Onze nieuwe rassen voor de fritesindustrie moeten bijvoorbeeld een nematodenresistentie bevatten. Dankzij deze resistentie kunnen nematoden zich niet vermeerderen en sterven ze af. Zit de resistentie er niet in? Dan zetten we een streep door het ras. Zelfs als het op andere vlakken een veelbelovend ras is.
Met de hoog phytophthoraresistente rassen Cayman en HOM 13-8236 zetten we al de toon voor onze nieuwe rassen. Naast andere mooie eigenschappen is de HOM 13-8236 het eerste ras in de markt met een dubbele phytophthoraresistentie. En dat is nodig voor een ziekte die zich razendsnel muteert, om resistenties te omzeilen en gevoeligheid voor gewasbeschermingsmiddelen te verliezen. Dankzij twee sloten op de deur met elk een verschillende sleutel, zijn rassen beduidend minder vatbaar voor phytophthora. Telers kunnen met veel minder gewasbeschermingsmiddelen toe. Dat scheelt tijd, geld en diesel en dat draagt bij aan een beter klimaat. Ons doel is om in 2030, voor deze ziekte, alleen nog rassen met een dubbele phytophthoraresistentie te introduceren. De milieuwinst die de gangbare landbouw hiermee maakt is enorm. Let wel, volledig biologisch telen raden we niet aan omdat dit de aanpassing van de ziekte om resistenties te doorbreken sterk versnelt. De combinatie van een goed resistentiepakket met geen tot weinig milieubelastende gewasbescherming is het meeste duurzaam. Voor onze telers zijn robuuste rassen met virusresistentie van groot belang. Onderstaande figuur geeft aan dat we inmiddels jaarlijks 750.000 genetisch verschillende zaden uitzaaien en daaruit een 5 tal commerciële rassen uit selecteren. Dit getal van 750.000 is sterk gegroeid in de laatste jaren en zal de komende jaren verder groeien bij een steeds strengere selectie.
Na succesvolle opbrengsten uit hybride rassen op proefvelden in 2021, blijven we de hybride rassen op grote schaal toetsen en verder verbeteren. Ondertussen bereiden we ons nu al voor op de introductie van het eerste hybride aardappelras in 2026 op de Centraal-Afrikaanse markt. Een rasintroductie vraagt een flinke investering in tijd en geld. We richten onze pijlen allereerst op de kleine landbouwers in Kenia. Een land waarvan we de traditionele aardappelmarkt goed kennen.
Gene-editing is een New Breeding Technology (NBT) waarmee we de ontwikkeling van absoluut resistente rassen kunnen versnellen. En dat is nodig, nu Europa het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen versneld afbouwt. Met gene-editing geven we de veredeling een extra zetje. Het zijn mutaties die ook in de natuur voorkomen en combinaties van genen die je met gangbare merker gestuurde veredeling ook kunt bereiken. De nieuwe eigenschap van een aangepast ras zal dus evengoed komen, alleen door deze techniek nu eerder in de tijd. Tot nu toe vallen alle vormen van gene-editing onder de GMO-wetgeving van de Europese Unie. In vele andere landen wordt gene-editing wel toegelaten of gaat de deur op een kier. Zo heeft de UK afgelopen maart hiervoor al een wetswijziging aangenomen die gene edited rassen zonder GMO label tot de markt toelaat. De afgelopen jaren is, onder leiding van brancheorganisatie Euroseeds, ingezet op een lobby richting de Europese Unie om de regelgeving rondom gene-editing te heroverwegen.
Op 5 juli 2023 nam de Europese Commissie hierover dit standpunt in:
In een aantal landen is gene-editing al toegestaan. We kijken of we daar aan de slag kunnen met gene-editing. We voelen wel de morele verantwoordelijkheid om te voorkomen dat materiaal dat uit gene-editing voortkomt, op markten komt waar deze technologie niet is toegestaan.
Met een objectieve toets de kiemkracht van partijen pootgoed meten en voorspellen: dat is het doel van het onderzoeksproject Flight to Vitality. Royal HZPC Group B.V. werkt sinds 2018 in het project samen met Averis Seeds, Universiteit van Utrecht en TU Delft. Eind 2022 stopte het project formeel. In 2022-2023 zijn vooral de metingen van het laatste projectjaar verwerkt. Het blijkt vooralsnog niet eenvoudig te zijn om tot een model te komen. Daarom zetten we in 2023-2024 het onderzoek door om de toetsmethodes te valideren.
In de zomer van 2023 zijn al onze laboratoria vernieuwd. Daarmee legden we de laatste hand aan de verbouwing van ons researchcentrum in Metslawier. De teams hebben zelf de logistiek op de werkvloer ingericht waarmee er een optimaal werkklimaat is gecreëerd.
In 2019 nam Sieger Talsma samen met zijn vrouw het akkerbouwbedrijf in Ternaard van zijn vader over. ‘Heit’ is er nog regelmatig te vinden en Sieger heeft twee medewerkers in dienst. Sieger teelt zo’n 100 hectare pootaardappelen voor HZPC en STET. Daarnaast doet hij aan agrarisch natuurbeheer en is er een klein areaal uien en graan.
Wij zijn een traditioneel akkerbouwbedrijf en aardappelen zijn onze corebusiness. We kopen eigenlijk niets aan, maar bouwen alles zelf op uit minknollen. We zijn altijd wel van het proberen van rassen. We hebben echt behoefte aan nieuwe robuuste rassen met goede resistenties. De risico’s voor pootgoedtelers nemen steeds meer toe. Enerzijds mogen we steeds minder bestrijdingsmiddelen gebruiken en anderzijds worden de eisen steeds strenger. De kans dat het pootgoed wordt gedeclasseerd of zelfs wordt afgekeurd, wordt daardoor groter. We zoeken dus betrouwbare rassen waarvan we weten dat we een goed eindproduct kunnen krijgen.
We hebben echt behoefte aan nieuwe robuuste rassen
Het is nu het derde jaar dat we het nieuwe ras HOM 13-8236 hebben. Dit ras is virusresistent en heeft een hoge phytophthoraresistentie. We hebben er in 2023 ongeveer 7 hectare van. In de eerste twee jaar ben je er natuurlijk heel voorzichtig mee, maar nu is het een veldgewas. Het ras moet zich dit jaar echt bewijzen. De pootaardappelen komen door de rooimachine en de kieper en in bewaring. Dan kun je pas zien hoe goed ze zich houden. Natuurlijk hopen we dat de HOM 13-8236 de verwachtingen waarmaakt. Want nogmaals: we hebben nieuwe robuuste rassen nodig. Dan kan dit een heel mooi begin zijn, maar richting de toekomst hebben we er natuurlijk meer nodig.
Tot nu ben ik positief over het ras. Het lijkt me echt een robuust ras. Afgelopen jaren zag de schil er goed uit. Dit jaar waren we laat met poten. Daardoor moesten we meerdere keren afspruiten, maar de HOM 13-8236 bleef het gewoon goed doen. We zien dat het wel een kiemlustig ras is en dat het gevoelig is voor zilverschurft. Daar kunnen we zelf gelukkig wat aan doen. Over de bacteriegevoeligheid kan ik nu nog niets zeggen, dat moet deze oogst gaan blijken. Een nieuw ras moeten we ook leren telen. Sommige rassen hebben we al zo lang. Daarvan weet ik precies wat je kunt verwachten en hoe je daarop inspeelt. Met een nieuw ras is dat uitproberen. We moeten misschien wat meer op onze handen durven zitten.